Vandaag eindelijk gevonden op het net: de nieuwe (17 oktober officieel) cd van mijn allerfavorietste fijnste leukste mooiste – en al dat soort meer superlatieven – muziekduo Boards Of Canada.

Voor wie ze niet kennen: pioniers op het gebied van electronische muziek. Enorm wazige, lekkere, weemoedige, melancholische (vooral dat!) electro muziek. Niet van dat enorm zweverige, af en toe prettig gecompliceerd, niet voor iedereen (ook wel fijn vaak, zo’n wij-gevoel), verfijnd en uitgedacht. Dit zijn jongens die zeggen dat ze van “The sounds between notes” houden. Ook “The sound when you’re at a fairground and you’re caught between two different sound systems and they combine to create something new and outlandish.” vinden ze te gek. En geef ze eens ongelijk. De term “Pastorale electronica” heb ik ook ooit ergens gelezen…

Terwijl ik dit schrijf luister ik voor het eerst naar de tracks en ik moet zeggen:… MJUM! Het authentieke Boards Of Canada gevoel klopt helemaal! Na 2 fake-releases op het net had ik de hoop op het originele album eigenlijk een beetje opgegeven (waardoor ik dus tot de 17e van oktober zou moeten wachten). Maar gelukkig viel mijn oog vandaag op een release die claimde de real-deal te zijn. Nu bestaat er 1 officiele referentie: de track Oscar see through red eye is te beluisteren op bleep.com en komt 100% overeen met de versie die ik hier heb. Combineer dat dan met de BoC-stijl (die gelijk bij track 1 al overduidelijk is) en voila: the real-deal. Betekent overigens niet dat ik niet kan wachten tot ik op 17 oktober het hoesje in mijn handen voel en met vlinders in mijn buik de cd koop.

Update Op Pitchfork is een heel interessant interview met BoC verschenen, met een grappige onthulling en veel verklaringen voor de stijl van het nieuwe album.

Hieronder mijn review inclusief trackbeschrijvingen.


Review: The Campfire Headphase


(over Boards of Canada schrijven blijkt altijd nog zeer controversieel; deze review is dan ook volledig mijn eigen mening, en die wil ik aan niemand opdringen.)

Tracklisting

01 Into the Rainbow Vein
02 Chromakey Dreamcoat
03 Satellite Anthem Icarus
04 Peacock Tail
05 Dayvan Cowboy
06 A Moment of Clarity
07 ‘84 Pontiac Dream
08 Sherbet Head
09 Oscar See Through Red Eye
10 Ataronchronon
11 Hey Saturday Sun
12 Constants Are Changing
13 Slow This Bird Down
14 Tears From the Compound Eye
15 Farewell Fire

Het album

Als eerste even over de titel ‘The Campfire Headphase’. Het is geen onbekend gegeven dat Marcus en Michael (Mike) regelmatig genieten van een ‘Bonfire’, ofwel een kampvuur. Ze hebben zelfs enige tips:

Marcus: “For kindling the best way to ensure it catches is to get loads of pieces more or less the same length and lay them in a grid, then overlay them in a lattice.”

Mike: “You don’t need matches or a lighter. If it’s wet or windy they often won’t work. But two twigs will. The trick is to tie string to either end of one twig, then you can rub them together faster than your hands ever could.”

De album titel is goed gekozen; elke track zou met recht gesampled kunnen zijn van liederen uit het haardvuur. Dit wordt voornamelijk gekarakteriseerd door overwegend meer gitaar dan we gewend zijn van het Schotse duo. Volwassener? Ik weet het niet. Mooi? Zeker.
Als dan toch de vergelijking gemaakt moet worden; naar mijn mening willen ze met dit album niet terugkeren naar de geluiden van ‘Music has the right to children’ en lijken ze ook duidelijk niet van plan om de – ietwat hardere – stijl van ‘Geogaddi’ voort te zetten. Het valt wellicht het beste te omschrijven als iets in between, maar het is duidelijk een opzichzelf staand werk. Vergelijken moet je niet willen.

De individuele tracks

Into the rainbow vain is eigenlijk de deur naar een nieuwe wereld van Boards of Canada klanken, het is vrijwel direct herkenbaar als een echte BoC track met de subtiele achteruit gesamplede synths die lekker fuzzy en grainy klinken, eigenlijk een beetje als de muziek die je achter een half vergane filmrol zou verwachten. In gedachten kan je bijna de kleurzwemen zien. Een prima ear-opener om mee te beginnen.

Chromakey dreamcoat brengt je vervolgens ietwat in verwarring. Bij mijn beste weten samplen Boards of Canada niet al te vaak – en zeker niet al te prominent en onbewerkt – gitaar samples. Blijkbaar schemert hier een beetje nieuwe stijl doorheen; meer concreet herkenbare klanken. Of toch niet? Ongeveer naar 1,5 minuut begint toch duidelijk te worden dat het authentieke BoC geluid nog springlevend is; de track is doorspekt met vage achterliggende kindergeluidjes en typische synthesizer akkoorden en al gauw is de gesamplede gitaar niet meer zo prominent aanwezig. De track lijkt abrupt te eindigen, maar dooft vervolgens nog uit met een mooi stuk piano/synth akkoorden. Een nieuw geluid dus, maar zeker zonder stijlbreuk.

Satellite anthem icarus valt met bovengenoemde track in de categorie nieuw/ander B0C geluid, maar alleen vanwege een wederom prominente gitaar, die ditmaal wat akoestischer klinkt dan de voorgaande. Verder is er weinig over te zeggen, behalve dat het een mooie rustige track is die begint met het ’soothende’ geluid van de zee. Ook deze track eindigt met een na-spel van een hele andere orde, mooie dromerige synths.
Dit soort sluitstukjes zijn typisch Boards of Canada. Ik vergelijk ze zelf graag met de ruis die altijd in je oren zit na het stappen/na het beluisteren van harde muziek..

Peacock Tail. Hier begint voor mij de reis pas echt. Boards of Canada raken bij mij bijna altijd een melancholische snaar. Bij veel nummers kan ik het gewoon niet helpen dat er een soort retrospect-gevoel zich meester van me maakt. Terugblikken op je jeugd, dingen die je vroeger zag, de ochtenden in het weekend dat je in het weekend als kleine knul achter de tv cartoons zat te kijken, de bossen waarin je hebt gewandeld… weird, gewoon plekken en gebeurtenissen die blijvend indruk hebben gemaakt blijkbaar. Het is volgens mij ook geen toeval dat Marcus en Michael (BoC dus) veel van hun muziek ook inspireren op de dingen uit hun jeugd in Canada (en waar al niet meer). Bij deze track is dat gevoel weer helemaal aanwezig. Ook hier begint het met gitaar, maar deze vervaagt geleidelijk in de mix van drum, synth en bas. Ik wil de vergelijking met nummers als Aquarius (3) en Roygbiv hier graag maken, voor mijn gevoel op zijn plaats althans.

Dayvan cowboy begint met een sterke distortion van klanken met – wat lijkt – een electrische gitaar die de melodie ‘ploinkt’ (ik wist even geen beter woord). Het blijft een tijd fuzzy en distorted tot ineens halverwege het nummer een overgang zit – vergelijkbaar met die in Alpha & Omega van Geogaddi – waarna het geheel kraakhelder wordt. Violen, een soort Stratocaster met tremolo, een lekkere bas, synths, vage geluiden en een ietwat chaotische drum. Even later volgt nog een herkenbaar instrument, ik vind het een beetje lijken op een soort electrische Xylofoon, vergelijkbaar met die uit Turqoise Hexagon Sun.

Bij deze clip is ook een zeer mooie video gemaakt op basis van beelden van de sprong van Joseph Kittinger tijdens Project Excelsior III , waarbij hij een skydive maakte van een hoogte van 31,300 m.

A moment of clarity omschrijft precies wat het is; eigenlijk een soort van pauze tussen de tracks in. Even een momentje bijkomen van al het moois met een paar stromende ’synth-riviertjes’. Misschien ook een scheiding? Wie weet..

‘84 pontiac dream. Waarschijnlijk geinspireerd op een advertentie van een 1984 Pontiac. Maar welke? De Firebird? De Phoenix? De Fiero? Alledrie zouden ze perfect zijn voor BoC, maar met name het idee van een uit de as herrijzende Phoenix zou ik een typische keus vinden. Helaas zullen we het niet weten, en uit de track zelf kan ik ook niet veel meer opmaken, behalve dat het een track is die mij een beetje deed denken aan het gevoel van staren naar de de blauwe lucht. Iets wat in ‘Trails’ bijvoorbeeld goed naar voren kwam (die track is niet op cd verschenen volgens mij, alleen op hun – oude – website te beluisteren geweest).

Sherbert Head is er weer een. Weer een track die door zijn compositie van klanken, geluiden en akkoorden een melancholisch gevoel teweeg brengt. Moeilijk te omschrijven zonder gebruik te maken van cliche’s als ‘zweverig’, ‘ambient’ en ’spaaace’. Fijne track!

Oscar see through red eye is, zoals ik al eerder schreef, de enige track die op dit moment ook vrijgegeven is als opwarmertje. Typische BoC track. Maar hoewel ik geen vergelijkbare track uit eerdere albums kon vinden is deze niet heel bijzonder. Althans; niet bijzonderder dan de rest.

Ataronchronon is net als ‘A moment of Clarity’ een soort tussendoortje, een experiment wellicht. Een waterval aan tonen die me licht deed denken aan het begin van ‘Julie and Candy’ van Geogaddi.

Hey Saturday Sun is weer een track met een duidelijk onvervormd en aanwezige gitaar. Beurtelings wordt deze afgewisseld met – wat lijkt op de typische achteruit gesamplede – stukken synthesizer. Ook zit er een soort ruis op de achtergrond die doet denken aan het geluid wat je hoort in een vliegtuig, een vage motorruis..

Constants are Changing. Een mooi samenspel van een akoestische bas en akoestische gitaar, in combinatie met een typische BoC synth achtergrond. Kort nummer met 1:42, misschien weer een tussendoortje? Titel verwijst misschien ook wel naar de veranderende stijl van Boards of Canada, als zijnde een constante factor..

Slow this Bird down. Ik val in herhaling merk ik, met mn ’synths’ en dergelijken. Misschien ook niet de beste keus om deze woorden te hanteren in een Boards of Canada review, maar tegelijkertijd kan ik ook niet zonder. Dit nummer vond ik wederom lijken op ‘Roygbiv’ en ‘Aquarius’, maar het heeft ook zeker de warmte van een nummer als ‘Olson’. De vocals op de achtergrond lijken op een mannelijk koor, iets wat de eerdergenoemde term ‘Pastorale Electronica’ hier wellicht van toepassing maakt. Mooie track.

Tears from the compound eye is – naar mijn bescheiden mening – de mooiste track van het album. Een warme melancholische klank van een piano die lijkt te zijn neergezet aan de andere kant van een lege hal. Even later vergezeld door synthesizers en er valt geen drum in te ontdekken. Kortom een heerlijk dromerig (weer zo’n term) nummer. Ook deze eindigt weer eens met een klein soort van toegiftje.. of hoe je het ook wil noemen.

Farewell Fire. Zei ik dat ik de vorige track het mooiste vond? Het ligt er maar aan welke je luistert op het moment van schrijven bemerk ik. Deze track is subliem in z’n eenvoud; één enkele synth met een mooie set melancholische (jaja) akkoorden en een dikke echo zorgen voor de ultieme afsluiter; het lijkt een dovend kampvuur. Het nummer vervaagt op een gegeven moment en dan lijkt het afgelopen, maar blijf luisteren. De track zakt naar een laag volume en gaat stilletjes aan verder, na-gloeiend, tot het uiteindelijk wegsterft in de stilte.

Conclusie

Een zeer mooi einde van een zeer, zeer mooie cd waarop Boards of Canada laten horen hoe ze gegroeid en veranderd zijn (of juist niet) de laatste paar jaren. Het enige teken van leven hiervoor waren remixen die ze deden voor CloudDead en Beck (briljante Broken Drum remix), dus het is prettig eindelijk weer wat van ze te horen! De komst van meer definieerbare instrumenten (de Gitaren) is een hele welkome verandering in de stijl van het duo, en als ik teruglees naar een interview wat in OOR stond, kan ik daarover een interessante quote aanhalen (destijds over Geogaddi):

How important is the folk influence that crops up in every review, like “the production aesthetics of late 60s and early 70s folk artists”?
Mike: Very. There’s a lot of acoustic instrumentation used in Geogaddi, though not in obvious ways. We love artists like Joni Mitchell and The Incredible Stringband. There’s a sort of purity of sound that they have, and I guess we are striving for that ourselves

Wat mij betreft kan deze cd kwaliteit-wise Geogaddi evenaren en misschien zelfs qua noviteit Music Has The Right To Children naar de troon steken.. Maar, nee. Die laatste uitspraak gaat eigenlijk niet op. Elke cd heeft zn eigen geluid en voorgaande albums kunnen ze (en willen ze) ook niet meer evenaren of overtreffen, simpelweg omdat je het mijns inziens niet kan vergelijken; ook de stijl van Boards of Canada is aan verandering onderhevig. Maar dat is mijn mening.

In ieder geval zal ik deze cd veel, heel veel gaan draaien de komende tijd. En met plezier.